Wanneer u betrokken raakt bij een verkeersongeval met dodelijke afloop, bestaat de kans dat u naderhand wordt aangehouden. Soms is de verdenking dan het veroorzaken van een verkeersongeluk met zwaar letsel of dood door schuld tot gevolg (art. 6 WVW), maar als de politie opzet vermoedt gaan zij nog een stap verder en luidt de beschuldiging doodslag in het verkeer (art. 287 Sr). Doodslag in het verkeer is een ernstig vergrijp. Bij veroordeling kunt u voor een flink aantal jaren achter de tralies belanden. Het is dan ook belangrijk om bij een verdenking van doodslag in het verkeer onmiddellijk een advocaat in te schakelen. Deze kan u helpen met het verweer tegen de beschuldiging dat u iemand opzettelijk van het leven hebt willen beroven. Vul nu het formulier met uw contactgegevens in. Een van onze ervaren strafrechtadvocaten belt u zo spoedig mogelijk om de situatie te bespreken.
Inhoud
Wanneer is er sprake van doodslag in het verkeer?
Er is sprake van doodslag in het verkeer wanneer kan worden bewezen dat een bestuurder door zijn of haar rijgedrag bewust het risico heeft genomen een ander van het leven te beroven. Het artikel doodslag sr is art. 287 Wetboek van Strafrecht. Hieruit blijkt dat hierop een maximumstraf van 15 jaar of een geldboete van de 5e categorie staat, plus eventueel een ontzegging van de rijbevoegdheid.
Schuld of opzet?
U kunt alleen van doodslag in het verkeer worden verdacht als er opzet in het spel is. Dit gaat dus nog een stap verder dan dood door schuld, waarbij iemand aanmerkelijke schuld heeft aan het veroorzaken van een dodelijk ongeval. Doodslag in het verkeer wordt dan ook zwaarder bestraft dan het veroorzaken van een verkeersongeval met dood door schuld tot gevolg. Wanneer een bestuurder immers door roekeloos of gevaarlijk rijgedrag in een verkeersongeluk belandt waarbij iemand om het leven komt, is dat een minder zwaar vergrijp dan wanneer dezelfde bestuurder bewust het risico neemt een ander dood te rijden. Dat laatste is waar u van verdacht wordt als de politie u aanhoudt op verdenking van doodslag in het verkeer. Ook wanneer het slachtoffer niet komt te overlijden of er zelfs helemaal geen ongeluk heeft plaatsgevonden kunt u overigens worden aangehouden. De beschuldiging luidt dan poging tot doodslag in het verkeer.
Voorwaardelijke opzet
Bewust het risico nemen een verkeersongeluk met dodelijke afloop te veroorzaken is dus waar het bij doodslag in het verkeer om draait. Men noemt dit voorwaardelijke opzet. Er hoeft dus niet te worden bewezen dat u de bedoeling had iemand dood te rijden, maar slechts dat u zodanig gevaarlijk hebt gereden dat u wist dat dit zou kunnen gebeuren. Om dit aan te tonen wordt vaak verwezen naar de omstandigheden van het ongeval en met name ook het rijgedrag van de veroorzaker. Zaken als het (veel) te hard door een woonwijk rijden, niet verlenen van voorrang op een gevaarlijk kruispunt of rijden over een voet- of fietspad kunnen in dit kader worden opgevoerd als aanwijzingen voor voorwaardelijke opzet. Ook als een persoon op het laatste moment weg moest springen om niet geraakt te worden, kan dat worden gebruikt om aan te tonen dat de verdachte voorwaardelijke opzet te verwijten valt.
Voorbeelden van doodslag in het verkeer
Doodslag in het verkeer in de zin van art. 287 Sr kan verschillende vormen aannemen, van situaties waarbij het gedrag grenst aan dood door schuld tot een doelbewuste aanslag op iemands leven. In het onderstaande bespreken we de vier meest voorkomende voorbeelden: remmen bij bumperkleven, een opzettelijke aanrijding veroorzaken of op een ander inrijden, achtervolging door de politie en andersoortig gevaarlijk rijgedrag.
Remmen bij bumperkleven
Bumperkleven staat al jaren op de eerste plaats van ergernissen in het verkeer. Als een geïrriteerde bestuurder echter besluit de klever een lesje te leren door plotseling op de rem te trappen, dan kan er (poging tot) doodslag in het verkeer ten laste worden gelegd. De bestuurder neemt immers, zo zal het Openbaar Ministerie beweren, het risico dat er een ernstige, mogelijk dodelijke aanrijding ontstaat en maakt zich zo schuldig aan voorwaardelijke opzet.
Opzettelijke aanrijding/inrijden op een ander
Bij een opzettelijke aanrijding zal de rechter vaak niet veel moeite hebben om te komen tot een veroordeling wegens (poging tot) doodslag in het verkeer. Dit geldt zowel voor de automobilist die bewust een andere weggebruiker van de rijbaan drukt als voor de bestuurder van een motorvoertuig die inrijdt op een persoon. Dit ligt anders wanneer de verdachte op het laatste moment nog probeerde uit te wijken of wanneer de snelheid erg laag lag. Dan kan een beschuldiging van (poging tot) doodslag worden vermeden.
Achtervolging door de politie
Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Wanneer iemand door de politie achterna wordt gezeten en koste wat het kost aan hen wil ontsnappen, ontstaan soms hachelijke (verkeers)situaties. Denk aan spookrijden, het negeren van stoplichten of forse snelheidsovertredingen. Als een verdachte tijdens zijn of haar vlucht op deze manier het risico neemt een ernstig ongeluk te veroorzaken, dan wordt voorwaardelijke opzet en dus (poging tot) doodslag vaak snel aangenomen. Ook wanneer er geen ongeval heeft plaatsgevonden!
Gevaarlijk rijgedrag
Ook als er geen sprake is van een achtervolging zijn er omstandigheden denkbaar waarin gevaarlijk rijgedrag leidt tot een claim van (poging tot) doodslag in het verkeer. Denk hierbij aan het op hoge snelheid door een woonwijk rijden, met alcohol op achter het stuur kruipen of na winterse neerslag op hoge snelheid ‘driftend’ door de bocht gaan op een drukke verkeersweg. Telkens wanneer het rijgedrag dusdanig gevaarlijk is dat hierdoor een dodelijk ongeval zou kunnen ontstaan, kan in theorie een beschuldiging van (poging tot) doodslag in het verkeer ten laste worden gelegd.
Verweer tegen beschuldiging doodslag in het verkeer
Hoe de situatie ook is geweest, het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen of u zich schuldig hebt gemaakt aan doodslag in het verkeer (of een poging daartoe). Deze baseert zich daarbij op alle aangeleverde bewijzen. De politie en het Openbaar Ministerie zullen proberen zoveel mogelijk bewijsmateriaal aan te leveren waaruit blijkt dat u met (voorwaardelijke) opzet hebt gehandeld. Uiteraard heeft u het recht zich tegen deze beschuldiging te verweren.
Ontlastend bewijsmateriaal aanleveren
Dit doet u door zelf ontlastend bewijsmateriaal aan te leveren, getuigen te horen of onderzoek te laten verrichten. Dat dient dan echter wel altijd op de juiste wijze én op het juiste moment te gebeuren. Houdt u zich niet aan de spelregels, dan bestaat de kans dat het bewijsmateriaal niet gebruikt mag worden. Het wordt dan nietig verklaard en gaat verloren. Dit maakt het van groot belang dat u direct na het ontstaan van de beschuldiging (poging tot) doodslag in het verkeer een ervaren advocaat inschakelt. Deze kent het klappen van de zweep en waakt er vanaf het allereerste moment voor dat er kansen in de verdediging verloren gaan.
Straffen doodslag in het verkeer (art. 287 Sr)
Het zal u inmiddels duidelijk zijn dat doodslag in het verkeer wordt beschouwd als een zwaar misdrijf. De straffen voor dit vergrijp liegen er dan ook niet om. Vanwege de ernst van het delict kunt u na uw aanhouding in voorlopige hechtenis (ook wel voorarrest) worden gehouden. Wordt u schuldig bevonden, dan dient u rekening te houden met een gevangenisstraf van meerdere jaren. In de praktijk loopt deze meestal op tot 9 jaar onvoorwaardelijk. Echter kan de rechter in het ergste geval beslissen u voor 15 jaar te laten opsluiten. Naast deze forse celstraf leggen rechters bovendien steeds vaker als bijkomende straf een jarenlange ontzegging van de rijbevoegdheid (OBM) op. Deze rijontzegging kan tot maximaal 10 jaar duren. In deze periode mag u geen enkel voertuig besturen.
Kale taakstraf onmogelijk
Bij een veroordeling wegens doodslag in het verkeer is het uitgesloten dat u alleen een taakstraf krijgt opgelegd. Volgens de wet is dit namelijk niet toegestaan wanneer iemand wordt veroordeeld wegens een misdrijf waarop (1) een gevangenisstraf van meer dan 6 jaar staat en waarbij (2) het lichaam van het slachtoffer ernstig schade wordt toegebracht. Dit staat omschreven in artikel 22b lid 1 Wetboek van Strafrecht. Alleen al vanwege het tweede deel voldoet doodslag in het verkeer aan deze omschrijving. Een ‘kale’ taakstraf, zoals dat heet, is dus niet mogelijk. Wel kan het zo zijn dat naast de gevangenisstraf een aanvullende taakstraf wordt opgelegd, al is dat niet gebruikelijk.
Onze ervaren advocaten helpen u graag
De grens tussen voorwaardelijke opzet en onbezonnenheid is soms flinterdun. Zelfs als opzet op het eerste gezicht eenvoudig aan te tonen lijkt, is veroordeling wegens (poging tot) doodslag geen uitgemaakte zaak. Alles staat of valt met de juiste verdediging, iets waar u als verdachte altijd recht op hebt. Neem daarom, als u wordt beschuldigd van doodslag in het verkeer meteen contact met ons op. Onze advocaten beschikken over jarenlange ervaring in het verkeers- én strafrecht. Zij buigen zich samen met u over de situatie en stellen de meest kansrijke verdedigingsstrategie op. Onze advocaten begeleiden u van begin tot eind.
Vanaf het eerste politieverhoor tot aan een eventuele zitting, onze specialisten verliezen uw belang geen moment uit het oog. Wilt u meer weten over wat zij voor uw zaak kunnen betekenen? Of hen gewoonweg direct aan het werk zetten? Laat dan uw contactgegevens achter op het invulformulier of bel zelf naar 088 1810 361. U wordt dan vaak dezelfde werkdag nog teruggebeld voor een geheel vrijblijvend, kosteloos kennismakingsgesprek.
Strafrecht advocaat uit eigen regio
Onze gespecialiseerde advocaten staan je graag bij om samen tot een passende oplossing te komen. We zijn gevestigd in het hele land. Je vindt ons bijvoorbeeld in Den Haag, Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Leeuwarden, Utrecht en Apeldoorn. Waar je ook woont, bij ons vind je een advocaat bij jou in de buurt die specialist is in strafrecht zaken.
Meer weten over strafrecht?
Leer meer over bijvoorbeeld:
- Verkeersongeval met zwaar letsel of dood door schuld (art. 6 WVW)
- Snelheidsovertreding
- Onbekende bestuurder bij overtreding
Veelgestelde vragen art 287 Sr
Wat is artikel 287 Sr?
In artikel 287 Wetboek van Strafrecht is doodslag strafbaar gesteld. De tekst van sr 287 luidt als volgt: ‘Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.’
Welk artikel is poging tot doodslag?
Het poging doodslag artikel is artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht. Uit dit poging tot doodslag artikel blijkt dat de maximale celstraf poging tot doodslag 10 jaar is. Gaat het om een poging tot gekwalificeerde doodslag, dan is het maximum 20 jaar.
Welke straf krijg je voor dood door schuld?
Ook voor dood door schuld staat in de wet een maximale straf. De hoogte van deze straf is maximaal 2 jaar gevangenisstraf en een geldboete van de 4e categorie. Het kan ook zo zijn dat de dood is veroorzaakt door roekeloosheid. Dan is de maximale gevangenisstraf 4 jaar en de geldboete is dan maximaal van de 4e categorie.
Wat is de minimale straf voor moord?
Voor moord en doodslag bestaan geen richtlijnen voor strafvordering voor het OM. De een kan een straf van een jaar krijgen. terwijl een ander 30 jaar zou kunnen krijgen. De maximale celstraf poging tot moord bedraagt 20 jaar.