Juridische aspecten van artikel 5 WVW en vordering 165
Artikel 5 van de Wegenverkeerswet (WVW) betreft de zogenaamde “kapstokbepaling”, die een algemeen verbod oplegt om gevaarlijk of hinderlijk gedrag in het verkeer te vertonen. Dit artikel is breed opgezet en wordt vaak toegepast in situaties waar specifiek gedrag niet elders in de wet is geregeld, maar wel gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid.
Vordering 165
Een vordering 165 verwijst naar de bevoegdheid van een opsporingsambtenaar om een bestuurder te bevelen mee te werken aan een onderzoek naar het gebruik van alcohol of verdovende middelen. Dit is geregeld in artikel 160 en verder van de Wegenverkeerswet.
Verband tussen artikel 5 WVW en vordering 165
- Artikel 5 WVW richt zich op het verbod van gevaarlijk gedrag in het verkeer.
- Een vordering 165 is specifiek gericht op het vaststellen van rijden onder invloed van alcohol of drugs.
- Artikel 5 kan zelf niet direct dienen als basis voor een vordering 165. Echter, gevaarlijk rijgedrag dat aanleiding geeft tot een vermoeden van rijden onder invloed, kan indirect leiden tot het opleggen van een vordering 165.
Het is belangrijk om te begrijpen dat artikel 5 WVW in algemene zin kan worden toegepast om gevaarlijk gedrag in het verkeer aan te pakken, terwijl een vordering 165 meer specifiek is en vereist dat er een redelijke grond is om aan te nemen dat een bestuurder onder invloed verkeert.
Mocht u specifieke vragen hebben over de toepassing van artikel 5 WVW in combinatie met vordering 165, dan is het raadzaam om contact op te nemen met een gespecialiseerde advocaat. Voor verdere vragen of juridische ondersteuning kunt u het contactformulier op onze website invullen.
Geef een reactie