Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en Softdrugsbezit
De vraag of je een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunt krijgen als je ooit bent aangehouden voor het bezit van softdrugs, is in Nederland een juridische kwestie die afhangt van verschillende factoren. Hieronder worden enkele belangrijke overwegingen opgesomd:
Factoren die invloed kunnen hebben op de VOG-aanvraag
- Aard en Ernst van het Delict: De ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het plaatsvond, kunnen een rol spelen. Kleine hoeveelheden voor persoonlijk gebruik worden anders beoordeeld dan grotere hoeveelheden die duiden op handel.
- Verjaringstermijn: Er is een verjaringstermijn voor bepaalde strafbare feiten. Als het voorval lang genoeg geleden is, kan dat minder zwaar wegen.
- Relevantie voor de Functie: Het soort werk waarvoor je de VOG aanvraagt, speelt een belangrijke rol. Een strafblad kan zwaarder wegen voor functies waarbij je met kwetsbare groepen werkt.
- Recidive: Als het een eenmalig voorval was en je sindsdien geen soortgelijke overtredingen hebt begaan, kan dat positief meewegen.
Procedure bij de VOG-aanvraag
Bij de aanvraag van een VOG wordt door Justis (de screeningsautoriteit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid) gekeken naar het verleden van de aanvrager. Ze beoordelen of eventuele strafbare feiten relevant zijn voor de specifieke functie of situatie waarvoor de VOG wordt aangevraagd.
Als je ooit bent aangehouden voor het bezit van softdrugs, betekent dit niet automatisch dat je geen VOG kunt krijgen. Het is belangrijk om te kijken naar de specifieke omstandigheden van het delict en de functie waarvoor je de VOG aanvraagt.
Voor meer informatie of specifieke vragen kun je contact opnemen met Justis of een juridisch adviseur raadplegen.
Geef een reactie