Verdachte is tijdens het rijden tegen de auto van het slachtoffer aangebotst. De auto van het slachtoffer is daardoor tegen de vangrail gebotst, over de kop geslagen en in brand gevlogen. Verdachte is vervolgens door gereden zonder zich te bekommeren om het slachtoffer en haar partner die in de brandende auto zaten. De gevolgen voor het slachtoffer blijken onherstelbaar ernstig te zijn. De rechtbank rekent verdachte zijn handelwijze zwaar aan. Verdachte is in 1999 en 2003 al eens voor rijden onder invloed veroordeeld. Ook de EMA(alcohol)cursus die verdachte naar aanleiding van het feit in 2003 heeft gevolgd, heeft verdachte er niet van weerhouden opnieuw met alcohol op te gaan rijden.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht, overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte wordt onder meer veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden en ontzegging van zijn bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor bepaalde tijd.
ECLI:NL:RBAMS:2013:5110
Bron: rechtspraak.nl
Geef een reactie